Groenten, fruit, noten en zaden, eieren, vis, schaal- en schelpdieren en mager vlees; liefst van dieren die veel beweging hebben gehad, zoals wild en gevogelte.
Voedingsmiddelen waar onze genen nog niet aan gewend zijn en dus klachten kunnen geven zijn:
- Bewerkte voedingsmiddelen. Kant en klaar producten.
- Suikers; zoetigheden zoals snoep, koek, ijs en frisdranken.
- Zuivelproducten; melk, yoghurt, kwark, vla en pudding granen. Kies je wel producten van de koe, let er dan op dat het van grasetende koeien komt.
- Brood, crackers, koek, pasta en pizza peulvruchten; witte bonen, bruine bonen, kikkererwten, soja, pinda’s en alfalfa en aardappelen.
- Kunstmatige toevoegingen; zoetstoffen, conserveermiddelen, geur-, kleur- en smaakstoffen.